Sinds vorige maand bidden Nederlandse en Vlaamse katholieken voor het eerst een gelijkluidend Onze Vader. Tot nu toe waren er kleine verschillen. Die zijn nu rechtgetrokken. Maar opvallend genoeg betreft de belangrijkste aanpassing een zinsnede die in beide versies al gelijkluidend was: 'leid ons niet in bekoring' heet nu: 'breng ons niet in beproeving'. Marcel Poorthuis, medeauteur van een boek over de joodse achtergronden van het Onze Vader, licht toe waarom de aanpassing "een wonderlijk goede gedachte" is. We bidden “om niet in de macht van de beproeving vast te blijven zitten, waardoor we het zicht op God zouden verliezen”.
Door Marcel Poorthuis
Het is bekend: een spannend verhaal heeft een hoofdpersoon die allerlei moeilijkheden tegenkomt. Hij weet die te trotseren en uiteindelijk viert hij de overwinning.
Eigenlijk is het met het geloof niet anders. Een mens zoekt zijn weg door het leven en komt veel obstakels tegen: verdriet, tegenslag, maar ook uitdagingen die hij moet overwinnen om verder te komen. Zo gaat de levensweg samen met groei, met verdieping van levenservaring die niet mogelijk zouden zijn als een mens alleen voor het gemakkelijke en positieve zou hoeven te kiezen.
Beproeving
Dat is misschien ook wat er bedoeld wordt met de bijbelse notie van beproeving. Abraham die gevraagd wordt zijn zoon te offeren, leert dat als een beproeving van God te zien: hij komt daardoor tot nieuw inzicht: God wil geen geweld, maar wil dat de zoon een kind van God is, niet bezit van Abraham. Vandaar: “Het gebeurde dat God Abraham beproefde”. Abraham wordt beproefd, ja zelfs op de proef gesteld. Zover durft de bijbel te gaan!
In het joodse ochtendgebed komt die gedachte weer terug, maar daar wordt tevens gebeden om niet in de macht van beproeving te geraken.
Breng mij niet in de macht van het kwaad,
Noch in de macht van beproeving,
Noch in de macht van schande.
Verstrengeld
Het lijkt erop dat goed en kwaad verstrengeld zijn, zodat we niet altijd kunnen uitmaken of wat kwaad was toch niet ook goeds bevat. Jezus zelf wordt in de woestijn beproefd. De satan, wellicht niet het absolute kwaad, maar een soort van weerstrever die dwingt om hindernissen te overwinnen, citeert zelfs Bijbelteksten. De nieuwtestamentische brief van Jacobus leert dat het kwade niet van God komt. Het kwade schuilt in het hart van de mens, het zijn zijn eigen begeerten. Toch mogen we in de ervaring dat het leven ons op de proef stelt ook de hand van God zien. Dat lukt vooral als we zijn gegroeid, er sterker door zijn geworden, als we terugkijkend kunnen zeggen dat het leven ons veel heeft geleerd, ook door de dieptepunten heen. Mogen we dat ook aan anderen voorhouden? Beter van niet. Het gaat hier waarschijnlijk om ervaringen die we alleen zelf kunnen opdoen.
In dat licht is het een wonderlijk goede gedachte om de bede van het Onze Vader: “leid ons niet in bekoring”, te wijzigen. Bij ‘bekoring’ weet je al dat het fout zit, dat die ervaring niets heeft te bieden. Bij ‘verzoeking’ is het helemaal duivelswerk.
De nieuwe versie: “breng ons niet in beproeving”, lijkt toe te geven dat God ons wel degelijk op de proef stelt, misschien wel heel ons leven. We mogen bidden om niet in de macht van de beproeving vast te blijven zitten, waardoor we het zicht op God zouden verliezen.
Zoals die oude rebbe bad: “Maak me duidelijk, God, wat de dingen die me overkomen, van me willen. Niet waarom ik lijd wil ik weten, God, maar of het verbonden is met Uw Naam.”
Joodse achtergronden
Het is duidelijk, de joodse achtergronden van het Onze Vader brengen ons steeds dichter bij de bedoeling van Jezus zelf.
Al deze zaken en veel meer komen aan de orde in het boek Avinoe Onze Vader dat nu geheel up to date is gebracht, met aandacht voor de nieuwe versie, voor het ritme van het gebed. Zelfs worden er enkele internetsites gegeven voor inspirerende en swingende liederen!
Marcel Poorthuis & Theo de Kruijf, Avinoe Onze Vader, De joodse achtergronden van het Onze Vader, Adveniat, 112 blz., € 14,95. Het boek is ook te bestellen info@stichtingpardes.nl; bij bestelling van tien of meer € 12,50.
Nieuwe vertaling
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Hoe komt men er toch bij dat het God is die de mens op de proef stelt? Dat is projectie vanuit een verkeerde idee omdat ze loskoppelt als oorzaak. Wij mensen zijn niet aldoor noch in hoofdzaak slachtoffers van het kwaad. Het zijn immers veel eerder de bekoringen, verleidingen van de wereld, het leven en onze geest die ons soms in de weg zitten om gelukkig te zijn en geluk te verspreiden, niet? Het kwaad zit ook in ons! De nieuwe vertaling is m.i. dus helemaal niet zo evident beter!
De vraag naar de bijbelse visie op beproeving kan alleen worden beantwoord door een grondige exegese.
In Ex 16 stelt God het volk op de proef met het manna. In Gen 22 stelt God Abraham op de proef. Het hebreeuwse nissaion is equivalent met het griekse peirasmos, dat zowel de connotatie van bekoring/ verzoeking alsook beproeving kan hebben.
Wij zouden in bovenstaande voorbeelden niet graag de vertaling: verzoeken / bekoren hanteren! Een onderzoek naar het gebruik van deze woorden dient dus vooraf te gaan aan welke mening dan ook.
God stelt wel degelijk de mens op de proef, volgens de bijbel.
Men kan zelfs bidden om ervoor gespaard te blijven, het meest klemmend wel daar waar Jezus bidt dat de beker (van Godswege) aan hem voorbij mag gaan.
Marcel Poorthuis.
Ik heb besloten om de versie van het Onze Vader zoals ik het geleerd heb te handhaven, want waarom zouden er geen kleine verschillen mogen zijn? Bekoring/ verzoeking/ beproeving; voor gewone mensen zoals ik betekent dat allemaal ongeveer hetzelfde. Belangrijker dan dat we het niet op ons pad krijgen is dat we het (h)erkennen en er vervolgens op de juiste manier mee omgaan. En dan is het helemaal niet zo belangrijk of het van God is of van Satan.
(1) 'zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren': 'aan' is overbodig en stoort de poëtische ritme van het gebed.
(2) Ik ben van mening dat de Hebreeuws of Aramees origineel een werkwoordvorm gebruikte in de zin van 'Laat ons niet in beproeving / verleiding vallen'. Alleen de officiele Fransse versie heeft een oplossing in deze riichting.
Van een liefhebbende God verwacht ik niet dat hij/zij mij zou willen beproeven, op de proef zou willen stellen, mij op het verkeerde been zou willen zetten. Bekoring, bekoord worden door, staat volgens mij veel dichter bij de alledaagse dingen van het leven. Ik zou bekoord kunnen worden door schoonheid van mensen, van dingen, door diverse geneugten die het leven vandaag de dag te bieden heeft, macht, geld etc. Ik ervaar God dichter bij mij wanneer ik hem/haar vraag om mij niet ten onder te laten gaan, mij geen slaaf te laten worden van zaken die mij elke dag weer, al 73 jaar, bekoren.
Nauwkeurig kijken naar de betekenis van de gebruikte woorden in oudere versies van het Onze Vader is zeker passend, maar m.i. niet doorslaggevend voor een bijdetijdse vertaling. Die hertaling zou namelijk juist psychologisch correct moeten zijn, omdat het geheel ook en vooral metaforisch, overdrachtelijk moet kloppen. M.a.w. het moet de lezer, biddende mens niet op een verkeerd been zetten door iets dat overdrachtelijk bedoeld is vooral letterlijk te (laten) nemen.
Zo is het voor mij helemaal niet zeker of Jezus zelf zijn lijden gezien heeft als "een beker van Godswege" Hem toebedacht. M.i. zou dat 'oude theologica' zijn die God uitsluitend plaatst buiten de mens (de apostelen en evangelieschrijvers zijn ook in die val getrapt met hun uitgewerkte erfzondetheorie), terwijl heel Jezus optreden nu juist gekenmerkt wordt door halfslachtigheid op dit gebied. Voor mij zijn bijvoorbeeld Lucas 17, 20-21 ('het rijk Gods is niet hier of daar ( ) het is midden onder u') én Logion 3 en 46 van het Thomasevangelie ('het Koninkrijk is in u en buiten u' én 'wanneer een van u zal worden als een kind, hij het Koninkrijk zal kennen') - beide gezien in hun spirituele context - van groter belang dan welke taalkundig juiste beschouwing ook van eerdere interpretaties. Niet het verleden is sacrosanct, noch oude formules. Bidden is vooral spiritualiteit, begeestering, en dan gaan hedendaagse spirituele inzichten toch boven hetgeen altijd is gedaan en gezegd. Geloven is niet iets statisch, maar een voortgaande beweging van harten en geesten. Wat ooit nadruk kreeg, hoeft dat dus niet tot in eeuwigheid te behouden. Voor ons staat centraal: 'God is liefde' zoals 1Joh.4, 8 en 16 zeggen. Dát is de norm waaraan we dan ook steeds meer én beter moeten en willen voldoen vandaag de dag. Gelukkig gaat de huidige paus ons daarin vaak heel goed voor met zijn nadruk op barmhartigheid die boven Wet en regel gaat, en dus in het ons voorhouden van de juiste geest (die bij sommige kardinalen c.s. en andere wettische letterknechten nog wel eens zoek blijkt). Psychologische zelfkennis blijkt onontbeerlijk (de mystieke bewegingen in de kerk hebben er al 2000 jaar van getuigd!), maar is helaas niet zelden onontgonnen terrein voor leken en theologen. De norm komt dan al snel te liggen bij kerkpolitiekcorrecte c.q. wetenschappelijk veilige napraterij. Het zou goed zijn als m.n. theologen waakten voor die valkuil, en wat meer lef zouden tonen in het voorrang geven aan de Geest die levend maakt, en elke vorm van klerikalisme op afstand hielden, ondanks de afgelegde 'eed van trouw' (professio fidei) aan het Leergezag!
Waar is de kracht van het gebed gebleven als ik me, ondanks al mijn innige gebeden hierin niet gebracht te worden - toch in beproeving bevind? Wat rest mij te bidden, juist als ik beproefd word en mijn innerlijk nood hoog is?
en wat betekent ons in het zinsstukje : breng ons niet in beproeving? Ons, de christenen, de gelovigen, de mensheid? Als ons hier betekent: de mensheid, waar vragen wij God dan? Beproef Donald Trump (of zeg maar iemand) niet op zijn intenties? Biedt hem geen confrontatie met de christelijke krachten? Laat hem niet in aanraking komen met zijn eigen demonen, waarom heen hij zijn gedachten gesponnen heeft? Test hem niet uit, of hij echt waarachtig wil wat hij zégt te willen?
En als ik dat persoonlijk wél wens, een beproeving voor mijn eigen intenties, hoe kan ik dan ooit het nieuwe Onze Vader waarlijk bidden, in de volle breedte en diepte van de woorden van het gebed? Hoe?