Steun ons

Betekenis van Huub Oosterhuis voor liturgie en kerk

18 april 2023
8 minuten
Huub Oosterhuis (geheel rechts) bij bekendmaking van uittreden van Amsterdams studentenpastoraat, januari 1969.
Huub Oosterhuis (geheel rechts) bij bekendmaking van uittreden van Amsterdams studentenpastoraat, januari 1969.

Veel reacties in de (sociale) media bij het overlijden van Huub Oosterhuis gingen over zijn mooie liedjes, over Trijntje en zijn vriendschap met Claus. Minder vaak ging het over zijn betekenis voor de liturgie van de christelijke kerken, aldus  theoloog en kerkmusicus Jeroen de Wit. "Zonder uitzondering zijn auteurs van liturgische teksten (na  het Tweede Vaticaans Concilie) schatplichtig aan de gebedstaal van Oosterhuis."

Door Jeroen de Wit

Op het kinderkoor leerde ik zijn muziek kennen, de eerste contrafacten die hij schreef, zoals 'Zolang er mensen zijn op aarde'. Dat hij voor het lof schreef bleek wel uit dat liedje 'Heer onze Heer hoe zijt Gij aanwezig', althans ik heb dat altijd beschouwd als een Nederlands alternatief voor het Adoro Te (klassieke eucharistische lofzang, red.). De spiritualiteit van de psalmen zoog ik voor het eerst in door zijn beurtzangen (geschreven met Michel van der Plas). Kippenvel kreeg ik bij de lichtceremonie, het lucernarium: 'Ontwaak Gij die slaapt', mede dankzij de aangrijpende dubbelkorigheid in de muziek van Bernard Huijbers.

Toen ik in Nijmegen theologie ging studeren leerde ik zijn nieuwe muziek kennen in de toen nog overvolle Studentenkerk, waaronder het - later door de manifestaties van de Acht Meibeweging berucht geworden - tafelgebed 'Gij die weet'. Het gebed is ontroerend door de verwoording van de menselijke emoties en onovertroffen door de manier waarop het geloof in God en zijn Zoon wordt beleden. De muziek van Huijbers in een eigentijdse eclectische stijl wist je in het hart te raken.

Het tafelgebed 'Gij die weet' verwoordt ontroerend menselijke emoties en belijdt onovertroffen het geloof in God en zijn Zoon

Later werd ik geraakt door de eerste muziek van Antoine Oomen (de LP Ik zal niet rusten) die juist teruggreep naar de pianomuziek uit de Romantiek, ontroerende klanken die expressiviteit gaven aan de eigentijdse geloofsteksten, een paradoxale combinatie die wel werkte. Een blauwe maandag leidde ik ook het koor van de Studentenkerk, waardoor ik meer in de partituren moest kruipen.

Mystiek lied

In 1985 werd ik stafmedewerker voor liturgie en kerkmuziek van het Pastoraal Centrum van de Twentse dekenaten en werd dirigent van het Twents Liturgiekoor, dat was opgericht om het nieuwe repertoire, met name van Oosterhuis, bekend te maken in de parochies van Twente. Het eerste lied dat ik instudeerde was 'Ander ouder', nog steeds voor mij een geliefd en bij uitstek mystiek lied. Het koor met combo vormde een ‘reizend koor’. Met mijn komst begonnen we met maandelijkse vieringen in de standplaats, de Zwanenhof, het bezinningshuis van de redemptoristen.

De eucharistievieringen, waaraan van meet af aan ook veel protestanten deelnamen, waren gemodelleerd naar de vieringen in de studentenparochies. Ze voorzagen in een behoefte, de kapel puilde uit. De polarisatie in de kerk hielp daar ook een handje bij, want veel parochianen zochten hun heil buiten de eigen parochiekerk. En veel vrijwilligers uit de parochies die cursussen volgden bij de Zwanenhof, kwamen maandelijks hun inspiratie halen in die vieringen.

Zo breidde de vernieuwing zich als een olievlek uit. Het koor zong niets liever dan Oomen en Tom Löwenthal, en het kostte me moeite om uit het oogpunt van verbreding ook eens iets anders op het repertoire te nemen, zoals van Chris Fictoor en Willem Vogel. De Zwanenhofvieringen zijn nog steeds immens populair. Met dank aan de bisschop die de gelovigen de kerk uit joeg.

Omarmd

Aanvankelijk werd Oosterhuis omarmd door de bisschoppen. Hij vertaalde de Canon (het Romeinse eucharistische gebed) en schreef de uitvaartliturgie voor bisschop Willem Bekkers in 1966 met de onsterfelijke antifoon 'Niemand leeft voor zichzelf'. Treffend verwoordde hij de verwarrende emoties in het rouwproces: 'Wij aanbidden U, verdoofd of gelaten, vervreemd of opstandig, vol geloof en ongeloof tegelijk'. Voorgangers gebruiken zonder dat ze het weten nog steeds tekstfragmenten uit deze liturgie, met name bij de laatste aanbeveling, zoals het citaat 'wij spreken uit in tastend geloof dat dit het einde niet is, dat onze God een God van levenden is'.

En eigenlijk geldt dat voor alle liturgische gebeden van hem, ze zitten gegrift in de botten van pastores van die voortijd. Het boekje Bid om vrede uit 1966 beleefde in 2019 de 22e druk, er is geen liturgisch boek dat méér verspreiding kent. Huub Oosterhuis heeft ontelbare voorgangers leren bidden, mij ook. Zijn compacte en doeltreffende manier van formuleren is ongekend en was een bevrijding van de omhaal van woorden die nodig was om Latijnse gebeden letterlijk te vertalen; dan heb ik het nog niet over de inhoud van deze gebeden die dikwijls alle abstracte geloofswaarheden in een notendop verwoorden met een Godsbeeld dat ver en afstandelijk is en een mensbeeld dat zwaar zondig is.

Met de spiritualiteit van Oosterhuis leerden we een trouwe God van mededogen kennen, diep in ons

Met de spiritualiteit van de teksten van Oosterhuis leerden we een trouwe God kennen van mededogen, die diep in ons verborgen is, die beantwoordt aan onze verlangens en hoop en ons altijd opnieuw weer moed geeft. Dat gaf antwoord in een tijd waarin het traditionele godsbeeld aan het wankelen was. Zonder uitzondering zijn alle auteurs van liturgische teksten (na  het Tweede Vaticaans Concilie)  schatplichtig aan de gebedstaal van Oosterhuis, soms zo zeer dat het neigt naar plagiaat. Maar Oosterhuis zelf zal daar geen enkele moeite mee hebben gehad, want het ging hem om een levende liturgie, die dynamisch is en nooit vastligt.

Slag voor

Ik was misdienaar in de tijd dat de vernieuwingen van het Tweede Vaticaans Concilie hun beslag kregen. Er was nog geen vernieuwd missaal (boek met teksten voor de eucharistieviering, red.), dat kwam pas in 1970. Maar in Nederland ontstond mede door het werk van Oosterhuis zo’n explosie aan liturgische gebedsteksten en liederen, dat er geen houden aan was. Ik herinner me goed het ongeduld, dat wij als misdienaar bespraken met onze progressieve kapelaan: wanneer gaat de Canon nu ook in het Nederlands?

Nederland was de Romeinse burelen dus een slag voor. Het ene tafelgebed verscheen na het andere, er zat wel veel kaf tussen het koren. De docenten liturgie van de universiteiten en hogescholen analyseerden de gebeden op het bot in de boeken Goed of niet goed. Later, in 1991, schreef Ko Joosse het meesterlijke proefschrift over de Eucharistische gebeden in Nederland. Wie nu de balans opmaakt zal moeten beamen dat de gebeden van Oosterhuis de sterkste zijn.

Maar de conservatieve krachten in Nederland bestookten de Romeinen. Die gebeden van die rebelse Oosterhuis konden niet goed zijn. Ze vielen over de karakterisering van Jezus van Nazaret: ‘deze onvergetelijke mens, die alles heeft volbracht wat menselijk is, ons leven en dood’. Dat was toch een al te menselijke voorstelling van die goddelijke persoon? Maar is dat niet juist de kern van de centrale geloofswaarheden van incarnatie en verlossing? En ja, een vertaald eucharistisch gebed kreeg wel een goedkeuring in Rome, toen ze niet wisten dat de oorspronkelijke auteur Oosterhuis heette.

Simplisme

Nu is Rooms-Katholiek Nederland een vazalstaat geworden. Enige vazallen legden een lijst van goedgekeurde liturgische liederen aan die bepalend werden voor de uitgaven die verschijnen onder het kerkelijk gezag, met name de gelovigenboekjes voor de zondagsviering van de uitgeverijen Gooi en Sticht en Berne Heeswijk. De Limburgse bundel Laus Deo (in respectievelijk twee verschillende versies) meed de liederen van Oosterhuis zorgvuldig. Het leverde nog een akkefietje op met de onwetende bisschop Wiertz, die door zijn vazallen was ingefluisterd dat die liederen van Oosterhuis te weinig over Jezus gingen. Nu gaan de traditionele gezangen van de mis vrijwel nooit over Jezus, want het gregoriaanse proprium bestaat hoofdzakelijk uit psalmteksten.

Simplisme van het ergste soort dus. Maar zijn vazallen willen liever dat we gezangen van aanbidding zingen, die in het lof thuishoren. Bovendien kon Oosterhuis gemakkelijk het verwijt weerleggen. Kende de bisschop niet 'Dit lied gaat over Jezus'? Of dat andere lied 'Negentwintig namen voor Jezus'? En hij schonk hem het boek Hier aanwezig, een leerdicht over Jezus van Nazaret.

De opgelegde censuur op drukwerk ging een eigen leven leiden. Zodat menigeen - ook nog in het In Memoriam op de televisie in een tussenzinnetje - beweert dat de liederen van Oosterhuis zijn verboden door de kerk. Er is echter nooit een verbod uitgevaardigd om zijn liederen te zingen in de liturgie. Gezangen voor Liturgie, goedgekeurd door de bisschoppelijke beleidscommissie en de facto nog steeds de officiële bundel van de kerkprovincie, bevat voor het grootste gedeelte liederen van Oosterhuis. De bundel is nooit verboden en nog steeds uitgangspunt voor het basisrepertoire in de Nederlandse parochies. De meeste bisschoppen staan sympathiek tegenover zijn teksten, al betreft het dan met name zijn oudste liederen. Ze zingen zijn gezangen vaak driftig mee en hebben vaak niet in de gaten dat ze door Oosterhuis geschreven zijn.

Zijn beeldrijke teksten zijn doorspekt van het Bijbelse gedachtegoed

In de afgelopen jaren heb ik voor het www.liedboekcompendium.nl besprekingen gemaakt van negentien liederen van Oosterhuis. Daardoor kon ik nog dieper in zijn beeldrijke teksten graven en ontdekken hoezeer deze doorspekt zijn van het Bijbelse gedachtegoed. Het leek wel of de dichter de Bijbel vrijwel volledig had opgeslagen in zijn hersenpan, zoals monniken eertijds het hele psalterium uit hun hoofd kenden.

Bewust of onbewust putte hij in zijn poëzie uit het Heilige Boek. Het Bijbels register in het Verzameld liedboek (de ‘paarse pil’ met de liederen en gezangen van Oosterhuis zoals die gedurende vijftig jaar zijn ontstaan in de Amsterdamse Studentenekklesia) schiet dan ook volledig tekort. De beeldtaal van zijn teksten bevat zoveel, dat deze moeiteloos met allerlei Bijbellezingen zijn te combineren in een haarfijne semiotiek. En in alle omstandigheden kunnen ze een gevoelige snaar raken, met name als het gaat om ziekte of neerslachtigheid en in situaties op leven en dood.

Politieke lading

De liederen van na 1973 (de moord op Allende in dat jaar betekende een omslag in zijn oeuvre) kregen een sterk politieke lading. De christelijke boodschap draait om gerechtigheid en vrede, kernwoorden in zijn liederen, met name in zijn voorbedeteksten, getuige het volgende smartelijke citaat: 'Hoor allen die om vrede roepen als om een onbestaanbaar geluk. Hoor het bloed dat roept uit de aarde dat het vergeefs is vergoten. Hoor hen die sprakeloos zijn, monddood, gemarteld, waar ter wereld niet. En de doden vergaan in de aarde, verstrooid op de wind, voorgoed onvindbaar, en allen die weg zijn gegaan zonder groet. Wat heeft met hen gedaan Hij die nooit laat varen het werk van zijn handen?' Daarbij worden zijn teksten nooit moralistisch. De solidariteit met de armen en ontrechten zijn een weerkerend thema. Handig weet hij de aanklacht in een profetisch-retorische vraag om te zetten: 'Die in weelde zwelgen en van niets weten, wie zal hen naar gerechtigheid doen verlangen?'

De gezangen van Oosterhuis worden in vrijwel alle christelijke kerkgenootschappen in het Westen gezongen; mede dankzij de Duitse en Engelse vertalingen zijn ze wereldwijd verspreid. Zijn liederen zijn beeldbepalend geworden voor veel nieuw gecomponeerde liturgische muziek. Zijn krachtige gebeden hebben tot vandaag de dag een onuitwisbare invloed op de huidige liturgische taal. Dat kunnen priesters die de mis nog strikt letterlijk lezen uit het Romeins Missaal niet meer tegengaan.

Man van het W/woord

Oosterhuis was een man van het W/woord. Zijn politiek activisme was al veel langer gaan schuren met zijn voorgangerschap. Hij had het ritueel zo uitgekleed dat er weinig meer van overbleef dan de kracht van het geestelijk verbale. Liturgie moest voor hem een teken van tegenspraak zijn, maar Marc van Dijk karakteriseert hem in zijn biografie De paus van Amsterdam als een man die zelf geen tegenspraak duldde.

Ouderdom maakt een mens milder. Zijn laatste repertoire is meer algemeen religieus te karakteriseren. De orkestrale bewerkingen van Löwenthal en de populaire uitvoeringen door zoon Tjeerd en dochter Trijntje dreven verder van de liturgie af. Hij genoot er van, tot een uur voor zijn dood.


Zie ook:
In memoriam: Groot kerk- en liturgievernieuwer overleden
recensie: De paus van Amsterdam: prachtige biografie over Huub Oosterhuis

 

Jeroen de Wit

Lees meer

Jeroen de Wit studeerde theologie in Nijmegen met muziekwetenschappen als bijvak. Hij was stafmedewerker liturgie en kerkmuziek in de pastorale dienstverlening in Overijssel, docent liturgie en hymnologie aan het conservatorium van Enschede en docent liturgie aan de theologieopleiding van Hogeschool Enschede. Hij dirigeerde verschillende koren. Momenteel is Jeroen de Wit in dienst van de redemptoristen in Nederland.

Meer van deze auteur

Reacties

  1. Is het waar dat de teksten van Huub Oosterhuis niet meer mogen worden gezongen in de heilige missen van de rooms katholieke kerken in Nederland, dit op last van kardinaal Eijk ? Bij voorbaat dank voor uw reactie

    1. Beste Theo van Vliet, Zoals u in mijn bijdrage kunt lezen: het verbod betreft slechts censuur voor publicaties die ten behoeve van de RK liturgie worden uitgegeven zoals de misboekjes van Gooi en Sticht en Heeswijk. Verder wordt het voor een concrete viering aan de verantwoordelijkheid gelaten van de priester (of bisschop) die voorgaat in een eucharistieviering.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Verder lezen

Meer van deze auteur

Meer van 

Over de Bezieling

De Bezieling is een gratis online kwaliteitsmagazine voor mensen die op zoek zijn naar inspiratie, bemoediging en ankerpunten in het leven en daarbij nieuwsgierig zijn naar wat de christelijke traditie te bieden heeft.

Aanmelding nieuwsbrief

Ja, ik wil op de hoogte blijven van nieuwe artikelen op de Bezieling!

Boekenladder

Van Kribbe tot Kerststal. Franciscus van Assisi en de eerst levende kerststal Adveniat, 168 blz., € 9,99 (of € 4,- vanaf 100 exemplaren)
Nikolaas Sintobin Hoe oude wijsheid jouw leven in bloei zet KokBoekencentrum/Lannoo, 2023, 173 blz., € 20,-.
Marinus van den Berg Spreken en luisteren met je hart Ark Media, 2023, 130 blz., € 17,99.
Lammert de Hoop (red.) Reis naar de stilte Adveniat, 112 blz., € 19,95
Paus Franciscus Encycliek van paus Franciscus over broederschap en sociale vriendschap. Adveniat, € 15,-.

Direct Doneren

cross