Waarom is de Matthäus-Passion toch zo ongekend populair in Nederland? Zowel musici als luisteraars horen “in dit muziekstuk de geestelijke ruimte waarin ‘geloof’, ‘transcendentie’ en ‘God’ hun plaats hebben”, zegt Bach-kenner Ad de Keyzer. Hij publiceerde onlangs een boek over Bachs grote Passie. Musicoloog en theoloog Martin Hoondert las het en is onder de indruk. De Keyzer neemt niet alleen de muziek serieus, maar ook de tekst van de achttiende-eeuwse piëtistische tekstdichter Picander. Maar wat maakt de Matthaüs nu zo aangrijpend? Is dat de ‘tekstvoltrekking’ zoals De Keyzer stelt? Of is het toch vooral de muziek die gelovigen en ongelovigen tot tranen toe ontroert?