Televisiebeelden en krantenfoto's doen ons graag geloven dat conflictgebieden plekken zijn waar iedereen met een geweer rondzwaait. Alsof in oorlogsgebieden alleen maar Barbaren wonen. René Grotenhuis zag met eigen ogen, dat verreweg de meeste mensen die in oorlogsgebieden wonen vredelievende burgers zijn die een goede toekomst nastreven. Bovendien signaleert hij dat mensen die als barbaars bestempeld worden interessante gedachten kunnen hebben,  zoals de omstreden VPRO-Zomergast Abou Jahjah. Een verwarrende gedachte voor wie de wereld indeelt in goed of fout.

Door René Grotenhuis

Met zijn keuze voor Abou Jahjah zorgde Thomas Erdbrink ervoor dat Zomergasten dit jaar niet geruisloos begon. Erdbrink is een gelauwerd journalist die veel waardering oogstte voor zijn tv-documentaires 'Onze man in Teheran'. Met een scherp oog geeft hij een inkijkje in een andere wereld. Die andere wereld blijkt dan ineens veel gewoner te zijn dan wij denken. Bij Iran denken we al gauw aan religieuze fanatici of andere doorgedraaide extremisten, waar je maar beter ver uit de buurt kunt blijven.

Eng en bedreigend

In zekere zin is de wereld buiten Europa vooral de wereld van de Barbaren. De schrijver Coetzee heeft in zijn roman Wachten op de Barbaren dat proces haarscherp ontleed. Het verhaal gaat over een grensstad waar de beeldvorming over de verwachte komst van Barbaren zich steeds verder ontwikkelt. In alsmaar schrillere kleuren worden de aanstaande verschrikkingen geschilderd. In de dreiging van de Barbaren vindt de staat de rechtvaardiging om steeds harder op te treden zonder dat ze weten over wie ze het feitelijk hebben. De Barbaren zijn de verbeelding van de dreiging, nodig ter rechtvaardiging van de zich steeds verder opdringende staat. Niemand weet of de Barbaren echt bestaan en wie het dan zijn, ze functioneren slechts als legitimatie van het staatsgeweld. In het boek is er een magistraat die zich over een Barbarenmeisje ontfermd en haar in huis opneemt. Het hele staatsapparaat treedt vervolgens in werking om hem verdacht te maken zodat ook de inwoners van de grensstad de magistraat ontlopen, niet meer met hem gezien willen worden.

Coetzee’s roman leest als een metafoor van de wereld van vandaag. De beeldvorming over de wereld buiten Europa wordt steeds schriller. Omdat we alleen nog maar bomaanslagen, terroristische acties en schendingen van mensenrechten in ons dagelijkse portie wereldnieuw langs zien komen, wordt dat karikaturale in de beeldvorming alsmaar sterker. Buiten de veilige grenzen van ‘onze wereld’ (Europa, VS, Australië) is de rest van de wereld eng en bedreigend. Met uitzondering van de vakantieresorts en de vijf sterren hotels kun je daar maar beter verre van blijven.

Uitzonderingen

Ik herinner me die typische beeldvorming ook uit de tijd dat ik als algemeen directeur van Cordaid met regelmaat naar landen als Afghanistan, Sudan, Democratische Republiek Congo, Palestina en Gaza reisde. Het overheersende beeld is dat er in Kabul op elke straathoek een Taliban met bomgordel en kalasjnikov je staat op te wachten. Maar in al die conflictgebieden wordt óók gewoon geleefd. Kinderen gaan naar school, mensen trouwen, krijgen kinderen en vechten burenruzies uit. De meeste mensen gaan gewoon naar hun werk gaan, hebben zorg hebben om een leefbaar inkomen te verwerven en om een goede toekomst voor hun kroost. Meestal opvattingen hebben ze opvattingen die aardig dicht in de buurt komen van wat wijzelf denken en vinden. Ik ben me er altijd bewust van geweest dat de risico’s groter zijn dan in Parijs of Washington, maar ik heb ook altijd gezien dat degenen die voor ons extremisten zijn, ook in hun eigen land en in de ogen van hun landgenoten de uitzonderingen en afwijkingen zijn.

Gewoner dan we denken

Abou Jahjah behoort in ons schematische wereldbeeld tot de wereld van de Barbaren: bedreigend en eng. Het is niet denkbaar dat uit zo iemand gedachten en analyses komen die je gewoon kunt beluisteren en bediscussiëren, waar je iets van kunt vinden en waar je het misschien wel mee eens zou kunnen zijn.

Gelukkig zijn er mensen als Thomas Erdbrink die de wereld van de Barbaren openbreken en laten zien dat ze niet bestaan, dat ze gewoner zij dan we denken, dat ze niet de ‘verschrikkelijke ander’ zijn die we ons voorstellen. De voorstellingen die we van ze maken zijn vooral onze inbeeldingen die we blijkbaar nodig hebben om onszelf te rechtvaardigen.

 

J.M. Coetzee, Wachten op de Barbaren, 2002.

Coetzee won in 2003 de Nobelprijs voor de Literatuur.

 

René Grotenhuis »Lees ook andere artikelen van René Grotenhuis

Trakteer de redactie op een kopje koffie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.