“Filmakers begrijpen soms beter de essentie van het christendom dan moderne gelovigen", zegt theoloog Martien Brinkman. "Waar menselijk drama speelt, zie je dat christusmotief opduiken. Het is blijkbaar een fascinerend gegeven dat een mens zich zo kan geven aan anderen dat hem dat de kop kost.” Aflevering 2 in de serie over de geloofsbelijdenis: Wat geloven christenen als ze zeggen in Jezus Christus te geloven? Brinkman: “Aan Jezus heeft de christenheid God ontdekt.”

Door Theo van de Kerkhof

Even voor de zekerheid: Jezus heeft toch wel echt bestaan? “Ja, daar is nu weer wat discussie over. Maar waarom zou je daaraan twijfelen? Volgens de gangbare historische wetenschap is daar geen reden toe. Dan kun je ook wel gaan betwijfelen of Napoleon echt bestaan heeft. Natuurlijk, geschiedenis is altijd ook fictie, verbeelding. Maar die verbeelding wordt ergens door getriggerd. Elke evangelist geeft zijn eigen inkleuring, maar dat vlakt de historische gebeurtenis nog niet uit. Je moet fictie en werkelijkheid niet tegen elkaar willen uitspelen.”

Aan het woord is hoogleraar theologie Martien Brinkman. We spreken over het tweede artikel van de geloofsbelijdenis (zie kader). Wat is volgens hem het belang van die belijdenis? “Ik noem de oud-christelijke geloofsbelijdenissen wel eens de herkenningstunes van de christenheid. Voor een deel weerspiegelen ze de interesse van andere tijden, maar tegelijk bewaren ze ook iets van wat door alle eeuwen heen met het christendom verbonden is gebleven. Vergelijk het met het Wilhelmus. Iedere sporter krijgt tranen in de ogen als na een overwinning die melodie klinkt. Je moet enerzijds niet voortdurend aan de overlevering willen sleutelen. Anderzijds: Je moet het wel kunnen meemaken. Het is niet enkel melodie.”

Klinkt in dat laatste enige reserve door? “Het klassieke bezwaar tegen de oud-christelijke credo’s is dat ze over het leven van Jezus, wat hij gezegd en gedaan heeft, niets vertellen. Men springt van zijn geboorte meteen naar zijn kruisiging. Alsof daartussen niets gebeurd is. Dat is wel een ernstig manco. Blijkbaar waren zijn woorden en zijn boodschap toen nog niet zo’n punt van discussie. Men wilde zijn aard vastgelegd zien, de betekenis van zijn dood, de opstandingsverhalen. Blijkbaar waren dat de hete hangijzers.”

God ontdekt

Wat is voor Brinkman het springende punt van het christelijk geloof? “Toegespitst op Jezus zou ik zeggen: vanaf het allereerste begin heeft de christenheid aan Jezus God ontdekt. Men heeft Jezus met God verbonden. Dat is het unieke, het waagstuk van het christendom. Men heeft het aangedurfd om in een concrete mens - waaraan verder een hele alledaagse geschiedenis verbonden is, met een vader en een moeder en een klein dorpje - het goddelijke te zien. Dat heeft het jodendom nooit zo gedaan, de islam niet en ook andere grote godsdiensten niet.

Je moet dan direct een paar nuanceringen plaatsen. We zijn als christenen niet het menselijke gaan vergoddelijken. Zo mooi is het menselijke niet. En we gaan ook niet God vermenselijken. Houd het menselijke en het goddelijke maar liever uit elkaar. En toch zegt het christelijk geloof:

in ons is iets waarin we dat ‘menselijk al te menselijke’ overstijgen. In ons leeft ook een vergezicht van wat menszijn zou móéten zijn, een norm. Dat vergezicht krijgt invulling met wat de Thora sjaloom noemt, waar het gaat over vrede, recht, gerechtigheid, zegening. De mens is beeld van God. Daarom zeggen we ook: je mag geen medemens doden, want dan raak je aan het heilige, aan het onaantastbare.

In Jezus zien we een beeld Gods bij uitstek. In hem zien christenen een condensatie, een verdichting van wat het betekent voor elk mens om beeld van God te zijn, zonder hem nu tot een rondwandelende God of een vergoddelijkte mens te maken. Op een intensievere wijze dan voordien is zichtbaar geworden dat het goddelijke met het menselijke is verbonden. Wij christenen zeggen dan: ‘Hij is de nieuwe Adam, de nieuwe mens.’”

Intreden

“Dan is er een tweede stap als je wilt zeggen wie Jezus is. In die nieuwtestamentische Jezus-figuur krijgt ‘Beeld Gods zijn’ een eigen inkleuring. Daar wordt getoond dat één mens het verschil kan maken door in te treden voor anderen. Het is me opgevallen dat met name filmmakers dat goed naar voren weten te brengen. Waar menselijk drama speelt, zie je meer of minder expliciet dat christusmotief opduiken. Het is blijkbaar een fascinerend gegeven dat een mens zich zo kan geven aan anderen dat hem dat de kop kost. En dat zo’n leven vervolgens toch geen mislukking is, maar juist getuigt van grootheid en zelfs een bevrijdend perspectief kan bieden. Daar draait het om in het klassieke verhaal van de kruisiging. Het levensoffer van Jezus is heilbrengend voor ons. Voor ons heeft hij een weg geopend.”

Bloed

Wil Brinkman daarmee zeggen dat die kruisiging nodig was? Dat zij ergens goed voor was? “Wat nodig was, wat Jezus als zijn levensopdracht van godswege zag, was dat hij moest ‘intreden voor’ en dat hij geroepen was om daarin tot het uiterste te gaan. Ik heb ooit een boek geschreven over hoe Christus verbeeld wordt in niet-westerse culturen. Je ziet daar allerlei nieuwe beelden ontstaan: Jezus als geneesheer, voorouder, stamoudste, als goeroe. Al die beelden werpen een nieuw licht op hem, maar het motief ‘je eigen leven geven’ zit daar niet bij. Een voorouder geeft zijn leven niet. Een goeroe evenmin. Die maakt school, wordt juist op handen gedragen. Totdat iemand, zoals de titel van een boek luidt, spreekt van ‘the crucified guru’. Dan gaat dat begrip goeroe schuiven, krijgt het een andere lading, zoals trouwens ook ons zicht op Jezus een nieuwe impuls krijgt door hem als goeroe te beschouwen.

Tot het uiterste instaan voor anderen is essentieel voor de Christus-figuur. En dan vloeit er blijkbaar bloed. Ook dat begrijpen die filmakers beter dan menige modern gelovige. Niet dat het er altijd even dik boven op ligt: in een film als ‘Breaking the waves’ laat de vrouwelijke hoofdpersoon zich gruwelijk misbruiken uit liefde voor haar verlamde echtgenoot. En dan, als zij er uiteindelijk aan onderdoor gaat, staat haar man op uit zijn verlamming. Maar fascinerend aan die film is dat je in verschillende personages dat christusmotief kunt herkennen. Blijkbaar is ook weer niet onmiddellijk evident waar het messiaanse in schuilt. Ook in het Nieuwe Testament werd Jezus voortdurend niet herkend. En andersom laat de geschiedenis genoeg figuren met messiaanse trekken zien die achteraf duivels bleken te zijn. Stalin en Lenin werden aanvankelijk aanbeden. Nederlandse communisten en socialisten reisden af naar Rusland om hun helden te ontmoeten.

Het goddelijke en menselijke bij elkaar brengen is blijkbaar spelen met vuur. In Jezus krijgt dat god-menselijke dan, als het ware, een zwieper door dat motief van de zelfgave. Dat maakt hem bijzonder, zodanig dat Paulus, de grote verbreider van het christendom, tot het besef kwam: hier zijn wereldschokkende dingen gebeurd.

Een indrukwekkend moment in het lijdensverhaal vind ik het moment waarop Jezus de geest geeft. Op dat moment scheurt het voorhangsel, het doek in de tempel dat het allerheiligste afscheidde. Er scheurt iets tussen hemel en aarde. Hemel en aarde worden letterlijk bewogen op het moment dat deze god-menselijke figuur ‘intreedt voor…’. Daar krijgt het een wereldwijde betekenis.”

Vergeving

Er is nog een derde aspect dat Brinkman naar voren brengt: “Wij christenen moeten in Jezus' sporen treden, maar dat wil niet zeggen dat van ons hetzelfde levensoffer wordt verwacht. Mijn moeder zei vroeger al: ‘Wij moeten Jezus navolgen, maar hoeven hem niet na te apen.’ Niet iedereen hoeft op Golgotha gekruisigd te worden. Daar zit iets vrijmakends in. Elke mens maakt vuile handen en wij kunnen dat niet altijd van A tot Z zelf weer goed maken. Wij kunnen het niet en hóéven het ook niet. Ons mislukken wordt ons niet aangerekend. Ik weet wel, dat klinkt allemaal heel gevaarlijk en je mag er geen amorele boodschap van maken. Alsof het christendom zou aanzetten tot morele luiheid. Of erger: ‘Betekent dit nu dat we moeten blijven zondigen om de genade te laten toenemen?’(Rom. 6,1). Dat was een gedachte waartegen Paulus zich al moest verzetten.

Waar het om gaat: Je moet volgens de wet van God leven en dat is de weg van zelfovergave en decentrering van het ego, maar er zijn van die momenten in het leven dat het spaak loopt en dat je het zelf niet meer kunt repareren. Dan is er als het ware die goddelijke ingreep die ons vrij maakt. Dat inzicht bevrijdt je van het wettische. Je ziet het soms bij kinderen, die zo overconsciëntieus zijn dat je als ouder moet zeggen: ‘Meid, maar dat hoeft toch ook allemaal niet, je hebt je best gedaan, maar je hoeft je voor mij toch niet zo uit te sloven. Ik neem je toch zoals je bent.’ Zo zou je de houding van God tegenover ons mensen kunnen zien. Dat is waar het in de boodschap van vergeving om draait. Ons leven is soms gemankeerd en er is een grens aan wat wij kunnen. Maar toch hoeft dat niet tot een doodlopende weg te leiden. Moeilijk hoor, voor moderne mensen, om in te zien dat je vergeving nodig hebt. En dan is het ook moeilijk om je er voor open te stellen.”

Open

“Het moderne leven is sowieso erg gevuld en weinig open voor momenten van verstilling. Als je zegt dat het goddelijke bestaat uit dat wat heilzaam boven je uitstijgt, veronderstelt dat wel een gevoeligheid voor wat je toevalt. In de trein ’s ochtends vroeg kun je de zon zien opgaan. Daar moet je dan wel oog voor hebben. Maar wie zit er nog rustig uit het raam te kijken in de trein? Toen wij pas in De Bilt woonden gingen mijn vrouw en ik ’s avonds vaak een stukje fietsen en dan kwamen we buiten het dorp langs een boerderijtje waarvoor altijd twee oude mensen op een bankje zaten. Die hadden nog de tijd om de dag door zich heen te laten gaan.

Of ik van die vaste momenten heb? Ik sta iedere dag om zeven uur op, ook op zondag, dan heb ik nog een zee van tijd voordat om tien uur de kerkdienst begint. Dan luister ik naar muziek en lees ik gedichten. Maar eigenlijk zou ik het meer willen doen. Nu komt het ‘bevindelijke’ op me af op bepaalde momenten door de dag heen. Aan het ontbijt, of tijdens het hardlopen. Ik ren een keer of drie per week zo’n tien kilometer en dan na een paar kilometer is mijn hoofd leeg. Dan hoor ik geluiden en vallen mij de gedachten in. Contact met God? Ja, ik bid en mijn vrouw en ik zingen nog steeds de liedjes die we vroeger voor de kinderen zongen. Nu voor de kleinkinderen en ook de ongelovige aanhang zingt uitbundig mee. En tijdens dat hardlopen bid ik heel wat af. Ik zie God als een omvatting, waar acceptatie van uitgaat, relativering, vergeving, opening, of noem maar op al die kernbegrippen uit de Bijbel.”

 

Martien Brinkman is hoogleraar oecumenische en interculturele theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij schreef onder meer: De Niet-Westerse Jezus. Jezus als bodhisattva, avatara, goeroe, profeet, voorouder of genezer? En: Jezus incognito. De verborgen Christus in de westerse kunst vanaf 1960.

 

[box type="shadow"]

Geloofsbelijdenis

1. Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde;

2. en in Jezus Christus, zijn enig Zoon, onze Heer,

3. die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria,

4. die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven, en begraven,

5. die is neergedaald in de hel, op de derde dag opgestaan van de doden,

6. opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader,

7. vanwaar Hij zal komen om te oordelen de levenden en de doden;

8. Ik geloof in de Heilige Geest,

9. de heilige katholieke kerk, de gemeenschap der heiligen,

10. de vergeving van zonden,

11. de wederopstanding des vleses,

12. en het eeuwige leven.

[/box]

 

Lees ook andere aflevering in de serie 'De geloofsbelijdenis'.

 

Bron: Volzin

 

 

Trakteer de redactie op een kopje koffie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.