'Ik kan niet zonder hem en niet met hem', denkt Annemarie Scheerboom soms. Maar als manlief dan voor een cursus enkele dagen van huis is, beseft zij dat het toch net even anders ligt.
Door Annemarie van Diepen-Scheerboom
Het was de dag dat hij ’s avonds zou vertrekken, voor een paar dagen op cursus. De dag begon als zo vaak met een bijeenkomst in ons bed. ‘Al’ onze kinderen en wijzelf liggen dan gezellig bij elkaar te kletsen over van alles en nog wat. De twee jongsten krijgen ondertussen hun ochtendborst.
Toen het bijna tijd was om aan het ontbijt te beginnen, kwam hij nog even knuffelen. Na twee kleine friemelaars tegen me aan te hebben gehad, voelde dit weer heel anders. Waar ik de kleintjes waarschijnlijk een veilig gevoel gaf met mijn moederkloeklijf, zo gaf mijn man mij een veilig gevoel met zijn grote mannenlijf. Ik besefte: ‘straks is hij weg’, terwijl ik ondertussen een traantje wegpinkte en hem nog even extra goed vasthield.
Zo idyllisch als de dag begon, zo normaal was het opstaan-naar-school-naar-werk-naar-huisgaan-riedeltje. De kruimels en troepjes op het aanrecht waarvan wordt beweerd dat het opgeruimd is als de boosdoener van huis gaat - ja, ja - die mag ik natuurlijk weer opruimen. Kleren op de grond gesmeten, vieze sokken vergeten in de was te doen, maar wel heel lief: de tafel afgeruimd! Maar dan weer niet afgenomen.
Aan het eind van de dag zou manlief de oudste ophalen van een partijtje van een vriendje, wat hij vergeten was. De moeder van het vriendje had mij al gebeld met de vraag of we Daniël op wilden komen halen, want alle andere kindjes waren al weg. Ik kon wel door de grond zakken van schaamte, want manlief was al eens eerder vergeten onze zoon bij dit vriendje af te halen. Ik zou er gek van worden!
Gelukkig is er dan ook weer de balans. Toen ik tegen etenstijd inderdaad helemaal overprikkeld was, bood hij aan het eten klaar te maken. En had ik al gezegd dat hij degene was die ’s ochtends het ontbijt had verzorgd, de schooltasjes had ingepakt en de kinderen naar school gebracht? Onze een-na-oudste heeft nota bene net leren fietsen en hij had haar rennend naar school begeleid zodat zij voor de eerste keer naar school kon fietsen. Uiteindelijk is het toch ook hun eigen papa die het hardst voor onze kinderen zou juichen.
Als hij ’s avonds de kinderen bedklaar heeft gemaakt en iedereen uitgebreid gedag zegt, ben ik als laatste aan de beurt. We geven elkaar een dikke knuffel. Ik fluister in zijn oor dat hij de dingen soms wat ‘anders’ doet, maar dat hij het wel altijd zo goed bedoelt. En dat ik heel veel van hem houd en hem heel erg ga missen. En dat hij voorzichtig moet rijden.
Ik kan niet met hem en ook niet zonder hem. Maar als ik even een paar dagen zonder hem te stellen heb, besef ik des te meer dat ik best met hem kan. Maar ook zonder hem. Want de ochtend erna fiets ik met onze vier kinderen door de straat, terwijl ik daarvoor nog even de fietsketting op haar fiets heb gelegd, geef ik Noa een zetje zodat zij kan beginnen met fietsen en komen we bíjna op tijd op school aan.
Toch vind ik het ook weer heerlijk om hem straks, na een aantal dagen, weer een dikke knuffel te kunnen geven.