Sterven en dood blijken vaak een taboe, met name ook daar waar het de rauwe, lichamelijke kanten betreft. Marinus van den Berg schuwt het onderwerp in zijn volle breedte niet. Hij maakt sterven bespreekbaar in zijn boek Meegaan tot het einde: Stervende mensen bijstaan. Een boek over de laatste dagen en uren van een mensenleven.
Door Paulien van Bohemen
Marinus van den Berg is naast schrijver een veelgevraagd spreker over sterven en rouw. Hij werkte als geestelijk verzorger in diverse verpleeghuizen en in een hospice. In zijn nieuwste boek Meegaan tot het einde staat de naderende dood centraal.
In korte hoofdstukken komen verschillende aspecten van sterven aan bod: de duur van het sterven, het stervensproces, het waken bij de stervende en tot slot de zorg voor de overledene. Maar óók gaat het over de onaangename kanten van doodgaan. Over de geur die rondom een stervende kan hangen schrijft Van den Berg: ‘Soms zijn er bloedingen en verspreiden wonden in de intiemere lichaamszones een sterke geur. Het is helemaal niet vreemd dat je moeite hebt met dit aspect van sterven (…). Al kunnen er parfums en andere middelen worden ingezet om de situatie draaglijk te houden, niet alles kan opgelost worden.’
Van den Berg constateert, dat het stervensproces vaak vragen oproept, als: Hoe lang gaat het sterven duren? Wat is te dragen en wat niet? Wie mag de ogen van de gestorvene sluiten? Dergelijke vragen helpen stervenden, naasten en hulpverleners om bewust met het naderende einde om te gaan.
Marinus van den Berg, Meegaan tot het einde: Stervende mensen bijstaan, Ten Have, 128 blz., €14,99